![]() |
doen. Want verstand en wil, die Gods wezenheid zouden uitmaken, zouden van ons verstand en onzen wil hemelsbreed moeten verschillen, en in niets dan in den naam daarmede kunnen overeenkomen; niet anders namelijk dan het sterrebeeld de hond en de hond, een blaffend beest, overeenkomen. Dit zal ik aldus bewijzen. Indien het verstand tot de goddelijke natuur behoort, dan kan het niet, zooals ons verstand, later (zooals de meesten willen), of te gelijk van nature zijn met de dingen, die er door verstaan worden, daar God door zijne oorzakelijkheid vóór alle dingen is (volg. bijst. 1 stell. 16); maar dan is daarentegen de waarheid en de werkelijke wezenheid der dingen daarom aldus, dewijl zij zoodanig als voorwerp van denken in Gods verstand bestaat. Gods verstand dus, voor zoo ver het gedacht wordt Gods wezenheid uit te drukken, is inderdaad de oorzaak zoowel van de wezenheid als van het bestaan der dingen; hetgeen ook door hen schijnt opgemerkt te wezen, die beweerd hebben, dat het verstand, de wil en de magt van God allen één en hetzelfde zijn. Daar dus het verstand van God de eenige oorzaak der dingen is, namelijk (gelijk wij hebben aangetoond) zoowel van hunne wezenheid als van hun bestaan, zoo moet het >> aantal woorden: 206 |