014

waarvan elk de eeuwige en oneindige wezenheid uitdrukt, bestaat noodzakelijk.

Bewijs. Indien gij het ontkent, denk dan, als het mogelijk is, dat God niet bestaat. Derhalve (volgens de 7e o.k.w.) sluit zijne wezenheid het bestaan niet in. Dit is echter (volgens stell. 7) ongerijmd. Dus bestaat God noodzakelijk w.t.b.w.

Anders. Van ieder ding moet eene reden of oorzaak worden opgegeven, zoowel waarom het bestaat, als waarom het niet bestaat. Bij voorbeeld indien een driehoek bestaat, dan moet er eene reden of oorzaak wezen, waarom hij bestaat; en indien hij niet bestaat, dan moet er ook eene reden of oorzaak wezen, welke belet, dat hij bestaat, of welke zijn bestaan opheft. Deze reden of oorzaak moet óf in de natuur van het ding bevat zijn, óf daar buiten. Bij voorbeeld de reden, waarom een vierkante cirkel niet bestaat, ligt in zijne natuur zelve, namelijk omdat die eene tegenstrijdigheid insluit. Waarom nu een zelfstandig wezen bestaat volgt uit zijne natuur alleen, omdat die namelijk het bestaan insluit. (zie stell. 7.) Maar de reden, waarom een cirkel of driehoek bestaat of niet bestaat, volgt niet uit hunne natuur, maar uit den zamenhang der geheele ligchamelijke natuur. Want daaruit moet volgen, óf dat een driehoek op het oogenblik noodzakelijk bestaat, óf dat het onmogelijk is, dat hij nu bestaat. En dit is op zichzelf klaarblijkelijk. Hieruit volgt, dat datgene >>


aantal woorden: 227