005

schappen der zelfstandige wezens, of volgens het verschil van hunne aandoeningen.

Bewijs. Alles, wat bestaat, is óf in zichzelf, óf in iets anders (door de 1e. o.k.w.), dat is (volgens bep. 3 & 5) buiten het verstand is niets gegeven dan zelfstandige wezens en hunne aandoeningen. Dus is er buiten het verstand niets gegeven, waardoor verscheidene dingen onderling kunnen onderscheiden worden, behalve zelfstandige wezens, of, wat hetzelfde is (volgens de 4e o.k.w.), hunne eigenschappen en de aandoeningen hiervan. w.t.b.w.

Stelling V. In het heelal kunnen geen twee of meer zelfstandige wezens van dezelfde natuur of eigenschap bestaan.

Bewijs. Indien er meer dan één onderscheidene bestonden, moesten zij van elkander onderscheiden worden, óf volgens het verschil hunner eigenschappen, óf volgens het verschil hunner aandoeningen (volgens de vorige stell.). Indien alleen volgens het verschil hunner eigenschappen, dan zal dus worden toegegeven, dat er slechts één is van dezelfde eigenschap. Maar indien volgens het verschil hunner aandoeningen, dan kan, daar een zelfstandig wezen >>


aantal woorden: 164